16 juli 2009

Anna Tuulikki Manninen

Mijn moeder werd op 12.12.12 geboren als het vijfde kind in het gezin Pihlava in Huittinen (Zuidwest-Finland).
Daags voor haar overlijden (op 30.06.09) heb ik, samen met onze dochter Anna (die toevallig met vakantie bij ons was), mijn moeder nog in het ziekenhuis van Jämsä kunnen bezoeken.

Mijn moeder was enorm bedrijvig en snel in alles. Toen Hannes Manninen om de hand van Anna ging vragen bij haar ouders, zei oma Pihlava al, dat Anna zo haastig was. Hannes begreep “haastig met trouwen” en zei dat zij elkaar al twee, drie jaar kenden. Mijn vader was tijdens de oorlog chauffeur en monteur van de dierenarts en hij vervoerde (gewonde) paarden naar het paardenziekenhuis in Joensuu, waar moeder dierenverzorgster was. De enge foto’s (bewaard in een grote kist) over het oorlogsgeweld schoven we als kind gauw aan de kant.

Ze trouwden in december 1943.
Een zus van mijn moeder zei op de bruiloft: “je moet je niet laten ompraten”. Mijn vader hield zich daaraan. Maar mijn moeder ook. Het was blijkbaar om het even voor wie het bedoeld was.

Mijn vader was van beiden het meest serieus, terwijl mijn moeder vrolijk bleef zingen, in alle omstandigheden.

Toen mijn moeder de laatste jaren slechthorend werd, moesten wij onder het zingen met de vinger de noten aanwijzen. Toch was zij meestal wel een halve regel vóór op de anderen.

Dus ik verbaasde me niet, dat ik vanmorgen wakker werd al zingende in het Nederlands, “Wie zou onder zand en onder zoden, U lofzingen om Uw trouw?” Dat lied 29 (vers 8) komt ongeveer overeen met het gedicht dat ik bij de begrafenis, zal uitspreken bij het neerleggen van de bloemen op haar kist.

De begrafenis is pas op 24 juli in Jämsä. In Finland ligt veel tijd tussen het overlijden en de begrafenis, om de ergste rouw te laten wegebben. In dit geval extra veel tijd, omdat de grafdelvers van de oude begraafplaats bij de kerk en de dominee met vakantie zijn en andere dominees veel bruiloften hebben. Tot de begrafenis rust het stoffelijk overschot in de klokkentoren bij de kerk.

In Finland wordt meestal een lijkschouwing verricht, waardoor de dierbaren doorgaans langere tijd in de koeling liggen. Bij mummu, de Finse benaming voor oma, was vanwege haar hoge leeftijd geen lijkschouwing nodig. Ik heb met eigen handen de deur van de koelruimte dicht gedaan, en dat is een van de details die onbelangrijk lijken maar zeker helpen om de rouw te verwerken. Meerijden in de begrafenisauto, een Cadillac, van het ziekenhuis naar de klokkentoren, was weggelegd voor twee zussen.

Zoals bekend, bellen Finnen altijd. Toen de klokken luidden voor het overlijden van een vrouw (mijn moeder), belde zelfs ik, met onze dochter… Maar onze Anna kon juist het rechtstreeks horen van de klokken wel waarderen.

Andere verschillen tussen begrafenissen in Finland en in Nederland zijn misschien dat de dragers altijd familieleden zijn (of kennissen), en dat bij de (uitgebreide) gedachtenismaaltijd na de begrafenis de condoleanceberichten worden voorgelezen. Bij één bloem, een kaars en een foto.

Klein- en petekinderen zullen daar toespraken houden, en ik weet dat dan het lachen ons nader zal zijn dan het huilen. De kleinkinderen zullen zingen en – ik moest wel even aan het idee wennen – foto’s van mummu projecteren.

De familie, kennissen en buren werden niet met overlijdenskaarten uitgenodigd maar telefonisch. Je hoort echt hun deelneming, spontane reacties. Ik déélde met de vier overgebleven (aangetrouwde) tantes de rouw. De overlijdensadvertentie in de lokale krant wordt in ons geval één dag na de begrafenis geplaatst.

Er is dus veel tijd om de begrafenis te regelen. Ach, wij (4 zussen en een broer) zijn allemaal zo verschillend. Een maakt zich nu bijvoorbeeld druk over het aantal mensen bij de gedachtenismaaltijd, die gehouden wordt in het kerkelijk centrum bij de kerk. Er wordt op zo’n 100 gasten gerekend. Ik denk meer praktisch. We mogen toch de restanten van het buffet in bakjes en koelboxen mee naar huis nemen - en niemand is ooit tekort gekomen.

Natuurlijk zijn wij bedroefd om het overlijden van mummu. Maar de dankbaarheid overheerst dat wij haar zo lang hebben mogen meemaken. En wat had ze altijd interesse in het wel en wee van haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.

Geen opmerkingen: