28 november 2008

Partir, c’est mourir un peu...

Dat slaat op Saara, de poes van mijn moeder. 
Mummu (bijna 96) heeft sinds een paar maand een vaste plaats in het verzorgingstehuis van Jämsä. Haar grootste zorg was toch de poes, die nu alleen in haar huis achterbleef, eenzaam, maar goed verzorgd door de buren. Negen jaar lang was Saara haar metgezel in huis. 
Gelukkig is er nu een nieuw en goed tehuis voor Saara gevonden, in Kuopio, zo’n 200 kilometer van Jämsä, via een advertentie in het …. Politieblad. Deze week is Saara opgehaald door een lief echtpaar dat haar meenam voor hun opa van tachtig, wiens hond onlangs is overleden, Die man krijgt nu een oudere poes, aan wie niet meer van alles geleerd hoeft te worden. Persoonlijk acht ik Saara niet helemaal goed opgevoed. Zij gebruikte steeds meer ruimte van de eettafel voor het raam dan haar was toegewezen, om naar buiten te kijken. Maar wat kon ze toch veel. Deuren openen door te springen op de deurkruk. Of bij iedereen in bed kruipen; zelfs bij mij toen ik een keer geen mat tussen de deur had gezet, om de deur dicht te klemmen. Zij sprong 1,5 meter op de vogelvoederbak om te melden dat zij naar binnen wilde. Sloop achter ons aan als een detective en keek een andere kant uit als ze betrapt was. Miauwde alleen maar als mijn moeder verder ging dan de 135 stappen naar de brievenbus.

Als wij in de vakanties bij mijn moeder kwamen bracht Saara voor ons eekhoorns mee in plaats van muizen, alsof ze begreep dat wij helemaal uit Nederland gekomen waren. Saara was het laatste jaar ook heel aanhankelijk geworden, en leek iedereen die maar langskwam aardig te vinden. Uiteraard had ik de schone taak om haar namens de hele familie over te dragen, met al haar spullen (de kattenbak, etensbakjes, krabpaal, dekentjes en speeltjes). Nu Saara weg is beginnen we haar pas te missen. En nooit meer de vraag van mummu: “Is Saara al binnen?” (Hoe vaak is Saara niet langs mummu naar buiten geglipt, terwijl mummu dacht haar naar binnen te moeten roepen.)






Geen opmerkingen: