1 februari 2010

Regels en uitzonderingen

Het gaat weer eens over het Fins als vreemde taal.
Voor de pessimist is Fins een moeilijke taal; op iedere grammaticaregel zijn er wel 10 uitzonderingen. Voor de optimist is Fins alleen maar een andere (niet-Indo-Europese) taal met heel veel grammaticaregels en maar weinig uitzonderingen. Voor veel “uitzonderingen” zijn er namelijk weer eigen regels.
Over één ding zijn beiden het eens. De enigen die vlot Fins kunnen spreken zijn degenen die als kind die taal hebben geleerd én mormoonse zendelingen in Finland.

In ons vorige stukje schreven we over het werkwoord parata (= beter worden) als uitzondering. Dat zit zo.
In de Finse grammatica worden zes typen werkwoorden onderscheiden. Op de vorm afgaande behoort
parata tot het 4e type, net als varata (= bespreken, reserveren). Echter (uitzondering!) parata wordt verbogen als een werkwoord van het 6e type, zoals vanheta (= ouder worden). Dat betekent dat de verbuigingsstam niet paraa- is, maar parane-.
Dus krijgen we minä varaa/n (ik reserveer), minä vanhene/n (ik word ouder) en minä parane/n (ik word beter), en niet minä paraa/n.

Een handig online hulpmiddel voor het vervoegen van werkwoorden in het Fins en verscheidene andere talen, van Latijn tot Papiamento, is te vinden bij Verbix.

Geen opmerkingen: